Interview met aquatisch ecoloog Peter Paul Schollema over Drentsche Aa

In het Drentsche Aa-gebied heeft Knoop BV een paar jaar geleden een beekbodemverhoging gerealiseerd. Samen met aquatisch ecoloog Peter Paul Schollema van waterschap de Hunze en Aa blikken we terug naar hoe het project toen is verlopen en hoe het er nu bij ligt.

Reflectie op vijf jaar na beekbodemverhoging in het Drentsche Aa-gebied

Onder onze voeten klinkt het zachte ruisen van stromend water. Het Gasterensche Diepje kronkelt onder de houten brug door en hier en daar dwarrelt een blaadje van de bomen. Het is stil, op een paar vogels na. “Mooi hier hé”  zeggen twee wandelaars die samen met hun hond voorbijlopen.

Hier, midden in het beekdal, staan we samen met aquatisch ecoloog Peter Paul Schollema stil bij een bijzonder moment. Letterlijk en figuurlijk.

In 2020 en 2021 voerde Knoop BV in dit unieke Natura 2000-gebied drie ecologische pilots uit, gericht op het verhogen van de beekbodem. Nu, bijna vijf jaar later, kijken we met de aquatisch ecoloog van Waterschap Hunze en Aa’s terug. Wat heeft de ingreep opgeleverd? Wat leeft er weer, wat blijft nog achter? En hoe heeft de natuur zelf gereageerd op deze zorgvuldige, maar ingrijpende operatie? “Je moet je voorstellen,” zegt Peter Paul, “dat zo’n beek in de zomer bijna als een ontwateringsloot gaat werken. Voor natuurgebieden is dat funest.”

De beek begon de natuur letterlijk leeg te trekken

Drentsche Aa gebied, 5 jaar na bezoek, vol in groei en groen; zicht op een close-up foto van de vorming van het zand op de beek. Een deel is door de zon extra uitgelicht met eromheen afgevallen bladeren, grassprieten en verdwaalde takjes (foto landscape genomen)

De kwetsbaarheid van een bastion

Het Drentsche Aa-gebied is een van de laatste vrijwel onaangetaste beekdallandschappen van Nederland. In veel andere gebieden zijn beken gekanaliseerd, rechtgetrokken of sterk beïnvloed door landbouw en infrastructuur. Maar hier bleef het oorspronkelijke patroon bewaard en met resultaat: vissoorten als de serpeling en rivierprik zwemmen er nog, planten als moerasspirea en watermunt bloeien langs de oevers.

 

Toch liet ook hier de verdroging zich voelen.“We zagen dat de beken steeds dieper in het landschap kwamen te liggen,” vertelt Peter Paul.“En dat betekent: zakkende waterstanden in de zomer, verdrogende oevers, afname van sponswerking. De beek begon de natuur letterlijk leeg te trekken.”

Techniek met beleid

Samen met het waterschap werkte Knoop BV aan een vernieuwende oplossing. Niet via zwaar materieel dat schade zou toebrengen aan kwetsbare oevers, maar via een uitgekiend systeem: zand werd gemengd met water en via een persleiding de beek in gebracht. “Eerlijk is eerlijk,” lacht Peter Paul, “in het begin was ik sceptisch. Maar het bleek briljant. Je vermijdt rijschade, werkt zorgvuldig, en kunt heel precies sturen.”

Geotextiel, amfibische machines, tijdelijke rijplaten en uitvoering in de winter maakten het mogelijk om met minimale verstoring te werken, zelfs in de natste, slechtst toegankelijke delen van het beekdal. De uitvoering in het Zeegscherloopje, Anloërdiep en Taarlosche Diep verliep soepel. Maar dan begint het pas.

Drentsche Aa gebied, 5 jaar na bezoek, vol in groei en groen; zicht op de bloemen die zijn wedergekeerd na het project van de beekbodemverhoging

Geduldige natuur

De directe effecten waren zichtbaar: het waterpeil in de beken steeg, het grondwater in de oeverlanden herstelde. Maar voor flora en fauna is vijf jaar kort. “Planten reageren traag,” zegt Peter Paul, “Sneller zichtbaar was het herstel van macrofauna: waterdiertjes en insecten keerden opvallend snel terug, en ook vissen vonden hun weg weer naar de vernieuwde beekbedding.”

 

Cruciaal was het behoud van variatie. “Een beek is geen rechte bak,” legt hij uit. “Je hebt diepe kuilen nodig voor droogteperiodes, grof zand in buitenbochten, fijn slib in binnenbochten. En ja, dat is er nog. Het zand ligt er, ook na de extreem natte winter van 2023–2024.”

Een methode met potentie

Deze methode is niet voor elk gebied geschikt. “Maar waar je te maken hebt met ontoegankelijke veenvalleien of kwetsbare zones, is dit een uitkomst,” zegt Peter Paul. “Je vermijdt grote machines, en kunt toch op schaal ingrijpen.”  Inmiddels kijken ook andere waterschappen en natuurbeheerders met interesse mee.

Het zand ligt er, ook na de extreem natte winter van 2023 - 2024!

Drentsche Aa gebied, 5 jaar na bezoek, vol in groei en groen; zicht op aquatisch ecoloog Peter Paul Schollema midden in de bossen en grassen van het natuurgebied, volledig in bloei.

Leren van samenwerking

Wat dit project vooral liet zien, is hoe techniek en ecologie elkaar kunnen versterken. “Als je elkaar serieus neemt,” aldus Peter Paul, “en in gesprek blijft over risico’s én oplossingen, dan kom je tot dingen die je vooraf niet voor mogelijk hield.”  Van spuitkopontwerp tot houtinbreng, van zandkwaliteit tot uitvoeringsvensters het kwam allemaal samen in een precieze dans tussen mens en natuur.

Een blijvende indruk

Wat hem het meest is bijgebleven? “De complexiteit,” zegt hij zonder aarzeling. “Ecologie, archeologie, hydrologie, chemie; alles komt samen. Je denkt: we brengen wat zand in. Maar je hebt het over honderden beslissingen, voortdurend schakelen, bijsturen, monitoren. En dat hebben we samen gedaan. Dat is het mooiste.”

En dat hebben we samen gedaan. Dat is het mooiste.

Foto van Rianne Knoop

Rianne Knoop

Al haar hele leven onderdeel van de organisatie, maar sinds een paar jaar actief onderdeel van het (marketing)team. Creëren van waarde en mooie content om te laten zien waarom Knoop BV zo waardevol is voor de leefomgeving van mens, dier en plant.

LinkedIn

Benieuwd naar het project van de beekbodemverhoging? Bij onze referentiepagina leer je hoe we er tegen aan keken en wat we hebben ingezet voor het beste resultaat. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *